Veilig Ontwerp en Beheer verkleint kans op woninginbraak

De aanpak van woninginbraken kan worden verbeterd door er al bij het ontwerp van nieuwbouwwijken en -woningen rekening mee te houden én bij het beheer en de herinrichting van bestaande wijken en woningen. Ook is er op het gebied van inbraakpreventie nog winst te halen door beter zicht te krijgen op de lokale factoren die samenhangen met woninginbraakrisico. Dat concludeert de DSP-groep in haar onderzoek ‘Wat kunnen we leren over de preventie van woninginbraken?’, in opdracht van het WODC.

Hoewel over het algemeen het aantal woninginbraken in Nederland al een aantal jaren daalt, zijn er ook uitzonderingen. Zo daalt het aantal woninginbraken het minst hard in de dunner bevolkte provincies. Op gemeentelijk niveau valt op dat vooral plattelandsgemeenten en gemeenten rondom (middel)grote steden hotspots zijn. En op stedelijk niveau blijken het vooral de kwetsbare wijken te zijn waar in absolute aantallen het meest wordt ingebroken.

Winstkansen

Uit het onderzoek kwamen 2 winstkansen naar voren om de kans op inbraak te verkleinen. Zo zien de onderzoekers vooral kansen bij het ontwerp van nieuwbouwwijken en -woningen én bij het beheer en de herinrichting van bestaande wijken en woningen.

PKVW en Bouwbesluit

Bij Veilig Ontwerp en Beheer – ook wel bekend als Crime Prevention through Environmental Design (CPTED) – wordt in het ontwerpen en beheren van gebouwen en wijken rekening gehouden met factoren en maatregelen die de kans op criminaliteit verlagen. Denk daarbij aan het verhogen van de inbraakwerendheid van woningen en de aantrekkelijkheid van een buurt. Deze factoren en maatregelen zijn al opgenomen in het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) en het Bouwbesluit. Het ligt volgens de onderzoekers dan ook voor de hand om alle nieuwbouwwoningen aan het PKVW te laten voldoen en strenger toe te zien op de naleving van het Bouwbesluit.

Bestaande bouw

Voor bestaande bouw moet vooral gekeken worden naar preventieve maatregelen, zoals het verbeteren van de inbraakwerendheid van woningen of complexen of het plaatsen van bijvoorbeeld camera’s. Hiervoor is het wel noodzakelijk eerst zicht te krijgen waarom een wijk een hotspot is.

Lokale afstemming

Een andere winstkans ligt volgens het onderzoek bij het beter zicht krijgen op de factoren die samenhangen met het woninginbraakrisco in hotspots: door wie daar veel wordt ingebroken en wie vaker slachtoffer zijn. In plaats van te kiezen voor grootschalige (landelijke) aanpakken, zou de aanpak juist veel meer lokaal moeten worden afgestemd.

De onderzoekers zien daarin vooral mogelijkheden voor een adviserende rol van de politie richting andere betrokken partijen, zoals gemeenten en woningbouwcorporaties, over de lokale risico’s voor woninginbraken.

Deel dit bericht