“Sociale veiligheid belangrijkste aspect van het Politiekeurmerk”

District C in Rotterdam

De toegevoegde waarde van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) zit in de aandacht voor de veilige woonomgeving in combinatie met inbraakpreventie. “Daarin onderscheidt het PKVW zich ook van het bouwbesluit”, legt Theo Hesselman uit. Hij is één van de grondleggers van het PKVW en was in oktober 1994 de initiator van het eerste PKVW-congres in Noordwijkerhout. “Daar nodigden wij bouwpartners en gemeenten uit om hun nieuwbouwwijk aan te melden als experiment voor het verkrijgen van het keurmerk, het PKVW”, aldus Theo.

Dertig jaar geleden waren in Nederland 25 politieregio’s met elk een regionaal bureau ‘Voorkoming misdrijven’. Er waren toen zo’n 120.000 woninginbraken per jaar. Theo werkte bij het bureau in Hollands Midden. In die tijd had de commissie Roethof (je weet wel, van die prijs) onderzoek gedaan naar de gebouwde omgeving en hoe je die zodanig moest inrichten om zo min mogelijk gelegenheid te geven tot het plegen van criminaliteit.

Met deze bagage adviseerden de politieadviseurs de gemeenten en projectontwikkelaars om aan de slag te gaan met het veilig ontwerpen van de woonomgeving en inbraakwerend hang- en sluitwerk. “Dat was de tijd dat je nog op je knieën moest voor een extra lantaarnpaal bij een achterpad.”, schetst Theo een beeld van die tijd.

Criminaliteitsbestrijding Engeland

Theo ging samen met zijn leidinggevende Kees Jongh naar een bureau Crime Prevention in Engeland. Daar kwamen zij in aanraking met ‘Secured by Design’. “Dat betekende dat in Engeland een woonwijk en de woningen een label kregen als ze veilig gebouwd waren. Ook aannemers konden zich hiermee onderscheiden. Een mooi idee, dat wij naar Nederland wilden halen. Dan waren de eisen duidelijk en als daaraan werd voldaan kon een keurmerk worden afgeven. Dat leek ons wel wat.”

Er werd een onderzoeksbureau ingehuurd om te onderzoeken hoe de Engelse situatie naar Nederland kon worden vertaald. In Nederland werd op een andere manier gebouwd en waren er andere verantwoordelijkheden. In ons land zijn veel meer partijen betrokken bij de gebouwde omgeving. In Engeland was er maar één verantwoordelijke partij.

Drie pijlers

In het onderzoek werd gekeken naar drie pijlers:

  1. In elk deel van het bouwproces bepalen wat je moest doen om het bouwproject zo sociaal veilig mogelijk te maken.
  2. De kennis van de politie hoe er werd ingebroken en welke andere vormen van criminaliteit zich voordeden.
  3. Een onderzoek van TNO Delft, wat had geleid tot een handboek voor sociaal veilig ontwerpen met informatie over wat een veilige woonomgeving is.

“Daarbij werd onder meer gekeken naar zichtlijnen, openbare verlichting en sociale controle. Bijvoorbeeld een voortuin zonder hekje geeft geen prettig gevoel, omdat iedereen er in kan gaan staan. Een laag hekje geeft aan dat de tuin privé is. Dit zijn kleine nuances, maar wel heel belangrijk voor het veiligheidsgevoel”, licht Theo toe.

“Achterpaden waren vroeger smal en dan passeer je elkaar op korte afstand. Ook dat geeft een onveilig gevoel. Vandaar dat we nu dus bredere paden maken”. Dit onderzoek heeft geleid tot het handboek ‘Experimenteren met het Politiekeurmerk Veilig Wonen’.

Experimenteren met Politiekeurmerk

Op het eerste PKVW-congres in Noordwijkerhout is het handboek ‘Experimenteren met het Politiekeurmerk Veilig Wonen’ gelanceerd. “Iedereen was enthousiast en zo hebben we vijf nieuwbouwprojecten gestrikt om te experimenteren op basis van dat experimentele handboek. Met alle betrokken partijen wisten we de experimenten tot een goed resultaat te brengen.”

Het handboek is aangepast op basis van die ervaringen. Hiermee bood het handboek uitgangspunten voor het ontwerp op basis van kennis van preventie vanuit de politie en de wetenschap uit binnen- en buitenland. Deze kennis wist het gerenommeerde onderzoeksbureau te bundelen tot praktische richtlijnen en een deugdelijk definitief handboek.

Inbraakpreventie bestaande woningen

Parallel aan het nieuwbouw experimententraject nam de politie het voortouw in inbraakpreventie voor bestaande woningen. “Met een soort SRV-bus ging collega Van de Kant in regio Utrecht door de wijken om adviezen te geven over hang- en sluitwerk en verlichting”, vertelt Theo. In de regio Hollands-Midden werd meer gericht op nieuwbouw, in de regio Utrecht meer op bestaande bouw. Uiteindelijk is daar in 1998 één project van gemaakt onder de paraplu van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting met de naam Politiekeurmerk Veilig Wonen. Er kwam één logo, zoals we dat nu nog kennen.

Het Nederlands Politie instituut heeft toen gezegd het project landelijk te ondersteunen. Er is hiervoor een beheerinstituut opgericht om het PKVW landelijk uit te rollen. “Paul Reijenga werd directeur van het instituut en ik ben toen landelijk projectleider geworden.” In 2004 werd het PKVW overgedragen aan het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV).

Sociale veiligheid en Politiekeurmerk

Tot slot concludeert Theo dat ruim 25 jaar na de landelijke uitrol de onveiligheid en het onveilige gevoel in de samenleving toenemen. Daarom is en blijft het toepassen van het PKVW belangrijk, omdat je daarmee de sociale veiligheid verhoogt. “Dat betekent bijvoorbeeld dat je parkeerplaatsen maakt met zicht vanuit de woningen. Zorg voor goede straatverlichting en pas op met bosjes langs het voetpad. De voetganger voelt zich daar onveilig.

Bewoners denken vaak ‘Ik heb een hond of ik ben toch verzekerd’. Maar op het moment dat er is ingebroken, voelen zij zich niet meer veilig in hun eigen huis. Dus ik hoop dat gemeenten hun verantwoordelijkheid pakken bij de toekomstige enorme bouwopgave, want zij bepalen de uitgangspunten bij het ontwikkelen van de woonwijken”, besluit Theo resoluut.

Foto: District C in Rotterdam, Tobias Woldendorp

 

 

Deel dit bericht